Armoede: openstaan voor Zijn Aanwezigheid

Arm zijn is volmaakte vrijheid bereikt te hebben om te geven van zichzelf en te ontvangen. Het is de eerste voorwaarde voor een liefde waarbij wij ons met geheel ons wezen inzetten. Jezus toont ons dit in zijn eigen leven, dat zuiver ontvankelijkheid voor zijn Vader is. Hij openbaart dit in Maria vanaf de Verkondiging tot aan de Calvarieberg toe. Algehele armoede is niet een wreed afrukken volgens strenge eisen, maar een dieper, veeleisender zich-openstellen: algehele beschikbaarheid, een grenzeloze soepelheid met een blij "Ja" tegen alles wat de Heer van ons verlangt. Het gelaat van armoede is het gelaat van liefde. Van Oneindige Liefde. In God ligt de levende en lichtende bron van een armoede die blijheid is en een zichzelf-weggeven. Met onze Moeder St. Clara hebben wij onze blik gevestigd op het mysterie van de God-Mens in wie alles totale armoede is omdat alles liefde is. Jezus deelt onophoudelijk zijn diepste blijheid met ons: de Vader heeft de Zoon lief en geeft hem zowel alles wat Hij heeft, maar bovenal, alles wat Hij is. De Vader bewaart niets voor zichzelf. Hij maakt geen enkel voorbehoud en houdt niets achter. De Zoon is zijn volmaakte evenbeeld omdat de Vader niets heeft achtergehouden en alles aan de Zoon heeft gegeven. Niets van wat Jezus heeft komt van zichzelf. Alles wat hij bezit, is hem gegeven. Alles vloeit voort uit de handen van de Vader. Er is in de Zoon de oneindige armoede van ontvangen en de eveneens oneindige blijheid van het teruggeven aan de Vader van al wat hij is. Het is in deze stroom van gevende liefhebbende armoede dat een Arme Claris leeft, beweegt en haar blijheid vindt. 

TERUG