ROEPING

A vocation to the contemplative life is always a mystery because it is a gift of Divine Love. One asks: how do I know? The first step is to ask God, the Giver of all good gifts, for this pearl of great price. To make your own the deepest desire of the Mother of God: "Let this be done unto me!" The following is the story of one of our sisters. Young women between the ages of 18-33 who are interested may contact Mother Abbess via e-mail.

 

Waarom ik hier ben? Omdat God mij gekozen heeft. God is een en al liefde. Dit is ongetwijfeld de oorsprong van zijn roeping in mijn leven, een volkomen onverwachte uitnodiging, Onverwacht in die zin dat ik in een ongodsdienstige sfeer ben opgevoed. Ik heb mijn ouders nooit naar de kerk zien gaan.

Maar God weet hoe te beminnen. En zijn liefde achtervolgde me toen ik me in de biologie, de scheikunde en natuurkunde stortte, overtuigd dat die de sleutel vormden waardoor ik me van die 'verouderde ideeën over een scheppende God' kon bevrijden. In plaats daarvan raakte ik diep onder de indruk van de grootsheid van het heelal en kon ik onmogelijk ontkennen dat een scheppende intelligentie hiervan het middelpunt moest zijn. Maar wie was dat? Die vraag drong zich van alle kanten aan me op toen ik zag, hoe steeds meer van mijn vrienden aan drugs ten ondergingen. Waarvoor leefden we eigenlijk? Had het menselijk bestaan enige betekenis? Of was het niets dan een wrede schijnvertoning, een kort moment van angst om daarna in een eindeloze nacht te verdwijnen?

 De bevrijding kwam plotseling. Op zekere dag vond ik een oud kinderboekje met twaalf heiligenlevens erin, allemaal vrouwen. Het waren korte, eenvoudige verhaaltjes die elk kind van acht jaar kon lezen. Ik stond als aan de grond genageld. Wat waren dat voor vrouwen? Theresia van Lisieux, Agnes van Rome, Clara van Assisi... Twaalf vrouwen die een glimp hadden opgevangen van de Waarheid en toen heel de rest opzij hadden geschoven. Toen ik het laatste vergeelde blad omsloeg was ik overtuigd van drie dingen: Jezus is God, de katholieke Kerk werd door Hem gesticht en ik wil leven zoals deze vrouwen hebben geleefd.

Want God weet hoe te beminnen. En door één mens te beminnen bemint Hij allen; door één mens te kiezen kiest Hij allen. Er volgden twee stormachtige jaren van lange gesprekken en discussies met mijn vader. Ze bereikten een hoogtepunt op de ongelooflijke dag waarop ik met hem en mijn broers neerknielde om voor het eerst de heilige Communie te ontvangen. En nog eens twee jaar later knielde ik voor de kloosterpoort van de clarissen en vroeg om toegelaten te worden.

Ja, God kiest elk van zijn kinderen opnieuw in iedere jonge vrouw die Hij naar het klooster roept. De contemplatieve zuster is een symbool van die Goddelijke Liefde, die zich aan ieder totaal wegschenkt. Dit is de eerste les die het klooster leert: ons leven is voor allen. Hier zijn allen voor allen verantwoordelijk. Het kloosterleven is geen vlucht uit de realiteit, het is eerder een onderdompeling in het Hart van Jezus, die voortdurend de namen van ons allen tot bij de Vader brengt.

Clara van Assisi leert ons hoe we de noden, ellenden en smarten van de hele wereld in ons hart moeten dragen, Ja, zij 'leert' ons, want we voelen onze Moeder heel dicht bij ons hier in Eindhoven. Een nieuwe stichting betekent altijd: een nieuwe geboorte in de Orde. Nieuwe wijn in nieuwe zakken.

U zegt misschien: "Hoe kun je het vasthouden aan de oude kloostertraditie 'nieuwe wijnzakken' noemen? Staan jullie niet midden in de nacht op om te bidden?" Ja, en graag ook, want God is daar, "Vasten jullie niet elke dag van het jaar?" Met plezier! "Zijn jullie niet gekleed in het oude franciscaanse habijt?" Gelukkig wel, want zo kunnen we de wereld beter zeggen dat we van Christus zijn. "En blijven jullie altijd binnen die vier muren?" Heerlijk hoor, want Alles is hier.

Alleen wat eeuwig is blijft altijd nieuw, En de onveranderlijke taal van de liefde is totaliteit. In zoverre de kloostertraditie de taal van de totale zelfgave spreekt, is ze altijd nieuw. Nieuwe wijn in jonge harten, die steeds ruimer worden naarmate de traditie ons onderwijst in de oorspronkelijke taal van de liefde.

Zulk een totaliteit kent geen grenzen van tijd of plaats, ze wordt niet aangetast door de algemeen aanvaarde normen van een comfortabel burgerlijk bestaan en ze omspant zowel oceanen ais eeuwen. Vaak vragen de mensen ons. "Wat kunnen we voor u doen?" Ze hebben geen vermoeden van het belangrijke dat ze al gedaan hebben. Ze hebben geloofd. De bezorgde moeder die gebed komt vragen voor het examen van haar zoon of de jonge vrouw wier huwelijk op de klippen dreigt te lopen, ze begrijpen dat de Arme Clarissen door hun nachtelijke lofprijzing hulp van God kunnen verkrijgen en getuigen daardoor van hun geloof. De persoonlijke geloofsgetuigenis is een van de grootste gaven die we elkaar kunnen geven.

Smeekgebed, lofprijzing en innerlijke vreugde kenmerken het beschouwend kloosterleven. Het heft de dag op en zegent de nacht. Als men ons vraagt of dit geen te zware opgave is antwoorden we daarom steevast: "Niets is teveel als je hart groot genoeg is."

 

TERUG